Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar het geschiedde, als zij in het midden der stad gekomen waren, dat Ismael, de zoon van Nethanja, hen keelde, [14][en wierp hen] in het midden des [15]kuils, hij en de mannen, die met hem waren. 14. Dit is hier ingevoegd uit vs.9. Anders: hen keelde hij, of omtrent het midden, enz. 15. Of, bak, poel, put, groef, waterbak.